Duurzame grondstoffen

Conventioneel katoen VS biologisch katoen

De productie van katoen vraagt veel water en pesticiden. 8 tot 12% van de gebruikte pesticiden wereldwijd wordt op katoenvelden toegepast. In ontwikkelingslanden is dit percentage nog hoger. Daarnaast is irrigatie vereist voor ongeveer 75% van de katoenproductie wereldwijd.

Organisch gecertificeerd katoen beperkt synthetische pesticiden en verbiedt het gebruik van genetisch gemodificeerde zaden. Watergebruik komt niet aan de orde in de norm, maar omdat organisch katoen vaak wordt gekweekt in gebieden waar regen wordt aangevoerd, is het waterverbruik doorgaans lager dan bij conventioneel, geïrrigeerd katoen. Biologische landbouw focust zich op de verbetering van bodems via praktijken als vruchtwisseling en het toepassen van meststoffen.

Ondanks het feit dat wij iedere klant bewust maken van het voordeel van het gebruik van duurzame materialen, merken wij in de praktijk dat nog niet iedere klant deze overstap maakt. De afgelopen 15 jaar bestond ruim 70% van onze producties uit duurzame grondstoffen.

Polyester VS gerecycled polyester

Polyester wordt gefabriceerd met het gebruik van petroleum. Petroleum is een niet-hernieuwbare bron en is daarom beperkt. Daarnaast is polyesterproductie energie-intensief en hangt de productie samen met hoge broeikasemissies. Gerecycled polyester op basis van PET-flessen reduceert het watergebruik met 20% ten opzichte van conventionele polyester. Ook wordt het energie verbruik met 45% verminderd en de uitstoot van broeikasgassen met 30% gereduceerd. Een duurzaam alternatief waar wij iedere klant adviseren gebruik van te maken.

Microplastics in synthetische kleding

Microplastics kunnen bij productie en het gebruik van kleding in het milieu terecht komen. Zo spoelen bij een wasbeurt van synthetische kleding duizenden microvezels naar het riool. Rioolwaterzuiveringsinstallaties verwijderen een groot deel hiervan uit het afvalwater. Toch dragen de synthetische vezels substantieel bij aan de hoeveelheid plastic in zee. Het RIVM zet mogelijke maatregelen op een rij.

Waterorganismen krijgen de vezels binnen en geven het door aan grotere dieren in de voedselketen. Plastic komt in mosselen en vis terecht en zo in ons voedsel. Ook al weten we nog niet precies wat het effect hiervan is, we willen geen plastic in ons eten.

Alle partijen die met de textielvezels te maken hebben kunnen maatregelen nemen: van producenten tot consumenten, van wasmachinefabrikanten tot rioolwaterzuiveringsinstallaties.

De kledingindustrie is een van de meest vervuilende industrieën ter de wereld. Bij het kiezen van maatregelen is het belangrijk dat een goede afweging wordt gemaakt van alle milieueffecten die een rol spelen.

Minder vezels.


Textiel- en kledingproducenten kunnen materialen ontwikkelen en gebruiken die minder microplasticvezels afgeven. Ook kunnen ze milieuvriendelijke natuurlijke materialen gebruiken en fleece vermijden.
Consumenten kunnen bijdragen door kleding minder vaak te wassen, vloeibaar wasmiddel te gebruiken en op lage temperaturen te wassen. Ook kunnen zij filters uit wasmachines en drogers met de hand of stofzuiger schoonmaken in plaats van deze onder de kraan af te spoelen. Gebruiksaanwijzingen moeten hierop worden aangepast.

Wasmachinefabrikanten kunnen filters ontwikkelen die de vezels tegenhouden en deze in de machines plaatsen. Overheden kunnen de hoeveelheid plastics in het milieu met beleid en regelgeving terugdringen. Zo kunnen filters in wasmachines verplicht worden gesteld.